Bereikbare wijken: ook tijdens de werken

Beliris heeft al jarenlang ervaring met grote bouwprojecten. Daarbij besteden we meer en meer aandacht aan de impact van de werf op de leefbaarheid en bereikbaarheid van de buurt. Beliris legt zich toe op hypercoördinatie om bij te dragen aan de coördinatie van de werven in Brussel en zo de verkeershinder te beperken.

Coördinatie van werven in het Brussels gewest

“In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er altijd wel ergens werken: wegenwerken door de gemeente, de renovatie van een tunnel, nutsleidingen voor gas en elektriciteit, ... De coördinatie tussen al deze verschillende werven wordt in Brussel hypercoördinatie genoemd”, legt Matthias Van Wijnendaele, wervencoördinator bij Beliris, uit.         

Het gaat in eerste instantie om mobiliteitsbeheer rond grote werven als de renovatie van de Leopold 2-tunnel, de bouw van de nieuwe metrolijn 3, ... Het doel is om de leefbaarheid en bereikbaarheid van de wijken te garanderen en de verkeershinder te beperken.

Mobiliteitsbeheer rond grote werven

Tijdens de hypercoördinatie wordt de impact van werken op de mobiliteit in kaart gebracht en bepaald welke werven samen kunnen worden uitgevoerd. Welke omleidingsroutes zijn mogelijk? Hoe communiceren we naar fietsers en automobilisten? Hoe faseren we grote werken op een leefbare manier? Is een werf goed aangegeven? Welke maatregelen zijn nodig om de mobiliteit rond de werf te organiseren?

Deze vragen zijn extra belangrijk bij de metrowerken van Beliris in de dichtbevolkte wijken in Schaarbeek en Evere.

Beliris investeert daarom als eerste publieke bouwheer in expertise op vlak van hypercoördinatie. Beliris gaat voor een integrale aanpak:

• Focus op heldere en proactieve communicatie
• Aandacht voor personen met een beperkte mobiliteit, voetgangers en fietsers
• Overleg met alle betrokken actoren zoals politie, gemeenten, Gewest, bewoners en handelaars, …
• Het gewestelijk mobiliteitsplan Good.Move als leidraad
• Innovatief mobiliteitsbeheer

“We weten dat openbare werken niet zonder (verkeers)hinder kunnen, maar we kunnen wel de overlast zoveel mogelijk beperken,” eindigt Matthias Van Wijnendaele.